Demo Gehoortraining fase 3
Let op: in de demo-versie van Gehoortraining fase 3 zijn hoofdstuk 3.4, 3.6 en 3.12 niet toegankelijk.
Schrijf nu in voor muziektheorie en krijg toegang tot de volledige lesstof op www.virtuelelesruimte.nl.
Melodische oefeningen
Hoofdstuk 3.1 Melodie herkennen
3.1 Melodie herkennen
Oefenen
De oefening melodie herkennen is een voorbereidende oefening voor de oefening melodische afwijking (zie hoofdstuk 3.2).
Het doel van deze oefening is om het verschil te leren horen tussen twee verschillend genoteerde melodieën. Het verschil tussen deze twee melodieën betreft slechts 1 noot.
Oefenen: de gespeelde melodie is twee keer genoteerd. Kies de juiste melodie.
Voorbeeld vraag
Vraag
De volgende melodie wordt gespeeld:
Kies welke melodie je hoort.
Keuze 1:
Keuze 2:
Uitwerking
De melodie wordt gespeeld in de la kleinetertstoonladder. Het verschil tussen de eerste en tweede melodie is de tweede achtstenoot in de tweede maat:
- In de eerste melodie wordt daar een Sol# gespeeld, de verhoogde zevende toon, de leidtoon.
- In de tweede melodie wordt daar een Sol gespeeld, de zevende toon, geen leidtoon (vergelijk met de Sol# in maat 3).
Zing beide genoteerde melodieën na om een klankvoorstelling van beide melodieën te krijgen. Speel vervolgens de melodie af en luister of in de tweede maat de leidtoon Sol# wordt gespeeld (keuze 1) of de zevende toon Sol (keuze 2).
Antwoord: keuze 1.
Hoofdstuk 3.2 Melodische afwijking
3.2 Melodische afwijking
Oefenen
De oefening melodische afwijking is een vervolg oefening van de oefening melodie herkennen (zie hoofdstuk 3.1).
Het doel van deze oefening is om het verschil te leren horen tussen twee melodieën. De ene melodie wordt gespeeld en de andere melodie is genoteerd. De gespeelde melodie wijkt af van de genoteerde melodie, dit verschil betreft slechts 1 toon. Ontdek de foutief gespeelde toon.
Oefenen: het kunnen horen van een foutief gespeeld noot.
Voorbeeld vraag
Vraag
In de volgende melodie wordt een foute noot gespeeld:
Welke noot wordt foutief gespeeld?
Uitwerking
Zing de genoteerde melodie na om een klankvoorstelling van de genoteerde melodie te krijgen. Let daarbij op:
- de grondtoon van de melodie.
- het stijgen en dalen van de melodie.
- kleine of grote sprongen in de melodie.
- het gebruik van drieklanken.
- noten die hetzelfde zijn.
- de leidtoon, vooral in mineur.
Speel vervolgens de melodie af en merk op dat:
- de grondtoon de La (mineurtoonladder) is en genoteerd wordt in de derde en vierde maat (toon onthouden).
- in de tweede maat staat de drieklank Mi - Sol# - Si, dit is de vijfde trap met de verhoogde zevende toon Sol# (de harmonisch kleinetertstoonladder).
- de leidtoon Sol# genoteerd staat in de tweede en in de derde maat.
- de gespeelde Sol# in de derde maat klinkt als leidtoon (verhoogde zevende toon), deze toon is dus niet fout.
- in de tweede maat niet de leidtoon klinkt maar de natuurlijke zevende toon Sol en is dus de foutief gespeelde noot.
Antwoord: de foutief gespeelde noot is de noot Sol# in de tweede maat. Hier wordt een Sol gespeeld.
Hoofdstuk 3.3 Toonfuncties
3.3 Toonfuncties
Oefenen
Elke toon in de toonladder heeft zijn eigen karakter (functie). Dat kan een consonant/stabiel karakter zijn, zoals bijvoorbeeld de grondtoon (1e toon), of juist heel dissonant/instabiel, zoals de leidtoon (7e toon).
Het doel van deze oefening is om te kunnen horen op welke toon uit de toonladder de melodie geëindigd (of onderbroken) is, de hoeveelste toon vanuit de grondtoon omhoog geteld. Dit wordt aangegeven d.m.v. een getal:
- 1 = eerste toon van de toonladder (de grondtoon)
- 3 = derde toon van de toonladder (de terts)
- 5 = vijfde toon van de toonladder (de kwint, de dominanttoon)
- 7 = zevende toon van de toonladder (de leidtoon)
Let op: alleen de 1, 3, 5 en 7 komen voor.
Oefenen: het kunnen horen op welke toon uit de toonladder de melodie geëindigd (of onderbroken) is.
Voorbeeld vraag
Vraag
Op welke toon uit de toonladder eindigt de volgende melodie?
Uitwerking
Mocht het karakter van de toon niet direct (voldoende) herkenbaar zijn, gebruik dan de volgende stappen:
- zing na tot de meest stabiele toon: de grondtoon. (Het aanvoelen daarvan is een muzikale gevoelskwestie. Oefening baart kunst!).
- zing de laatste toon na en loop daarna via de toonladder van het fragment naar beneden tot de grondtoon.
- tel daarbij het aantal tonen naar beneden. (De gegeven toon zelf telt als één.)
- het gevonden getal is het antwoord.
Speel de melodie af en zing vervolgens de melodie na om een klankvoorstelling van de melodie te krijgen.
1. zing na tot de meest stabiele toon
2. de grondtoon
3. zing de laatste toon van de melodie na
4. en loop daarna via de toonladder van het fragment tot de grondtoon
Antwoord: 5.
Ritmische oefeningen
Hoofdstuk 3.5 Ritme herkennen
3.5 Ritme herkennen
Oefenen
De oefening ritme herkennen is een voorbereidende oefening voor het ritmisch dictee (zie hoofdstuk 3.6).
Het doel van deze oefening is om het verschil te leren horen tussen twee verschillend genoteerde ritmes.
Oefenen: het gespeelde ritme is twee keer genoteerd. Kies het juiste ritme.
Voorbeeld vraag
Vraag
Het volgende ritme wordt gespeeld:
Kies welk ritme je hoort.
Keuze 1:
Keuze 2:
Uitwerking
Het ritme staat genoteerd in een vierkwartsmaat. Het verschil tussen het eerste en tweede ritme is het ritme in de tweede maat:
- In het eerste ritme worden vier achtsten gespeeld, de laatste achtste is overgebonden met een halve noot en komt voor de derde tel.
- In het tweede ritme is de eerste tel van de tweede maat een kwart noot en komt de laatste (halve) noot op de derde tel.
Klap of tik beide genoteerde ritmes na om een klankvoorstelling van beide ritmes te krijgen. Speel vervolgens het ritme af en luister of de eerste noten van de tweede maat achtste noten zijn (keuze 1) of dat de eerste noot van de tweede maat een kwart noot is en de laatste noot op de derde tel komt (keuze 2).
Antwoord: keuze 1.
Toonladders
Hoofdstuk 3.7 Grote en kleinetertstoonladders
3.7 De grote en kleinetertstoonladder
Oefenen
Het doel van deze oefening is het op gehoor kunnen herkennen van de grote en kleinetertstoonladder (oorspronkelijk, harmonisch en melodisch).
Oefenen: het op gehoor kunnen onderscheiden van de grote en oorspronkelijke kleinetertstoonladder.
Gehoortraining oefening 3e: grote en oorspronkelijke kleinetertstoonladder
Oefeningen met alleen kleinetertstoonladders
Oefenen: het op gehoor kunnen onderscheiden van de oorspronkelijke en harmonische kleinetertstoonladder.
Gehoortraining oefening 3f: oorspronkelijke en harmonische kleinetertstoonladders
Oefenen: het op gehoor kunnen onderscheiden van de oorspronkelijke en melodische kleinetertstoonladder.
Gehoortraining oefening 3g: oorspronkelijke en melodische kleinetertstoonladders
Oefenen: het op gehoor kunnen onderscheiden van de harmonische en melodische kleinetertstoonladder.
Gehoortraining oefening 3h: harmonische en melodische kleinetertstoonladders
Oefenen: het op gehoor kunnen onderscheiden van de oorspronkelijke, harmonische en melodische kleinetertstoonladder.
Gehoortraining oefening 3i: alle kleinetertstoonladders
Oefeningen met alle toonladders
Oefenen: het op gehoor kunnen onderscheiden van de grote en kleinetertstoonladder.
Gehoortraining oefening 3j: grote en kleinetertstoonladders
Oefenen: het kunnen horen van een foutief gespeeld noot in de Fa grotetertstoonladder en de la en re kleinetertstoonladders.
Gehoortraining oefening 3k: toonladders
Luister hoe de kleinetertstoonladder klinkt.
De kleinetertstoonladder
Luister hoe de harmonisch en melodisch kleinetertstoonladder klinken.
De harmonisch kleinetertstoonladder
De melodisch kleinetertstoonladder
Voorbeeld vraag
Vraag
Welke toonladder wordt hier gespeeld?
Keuze 1: grotetertstoonladder
Keuze 2: oorspronkelijke kleinetertstoonladder
Keuze 3: harmonische kleinetertstoonladder
Keuze 4: melodische kleinetertstoonladder
Uitwerking
Zing de gespeelde toonladder na om een klankvoorstelling van deze toonladder te krijgen. Bepaal om welke toonladder het gaat.
Antwoord: harmonische kleinetertstoonladder.
Theorie
Let op: in de demo-versie van harmonieleer hoofdstuk 3.7 Grote en kleinetertstoonladders is de lesstof niet toegankelijk.
Schrijf nu in voor muziektheorie en krijg toegang tot de volledige lesstof op www.virtuelelesruimte.nl.
Intervallen
Hoofdstuk 3.8 Grote en kleine tertsen
3.8 Grote en kleine tertsen
Oefenen
Het doel van deze oefening is om het verschil te leren horen tussen de grote en kleine terts.
Oefenen: het op gehoor kunnen onderscheiden van de grote en kleine terts.
Gehoortraining oefening 3l: grote en kleine tertsen
Oefenen: het op gehoor kunnen onderscheiden van grote en kleine tertsen en secundes.
Gehoortraining oefening 3m: grote en kleine tertsen en secundes
Luister hoe de grote en kleine terts klinkt.
De terts Do Mi
heet een grote terts
De terts Do Mib
heet een kleine terts
Voorbeeld vraag
Vraag
Welk interval wordt hier gespeeld?
Keuze 1: grote terts
Keuze 2: kleine terts
Uitwerking
Zing het gespeelde interval na om een klankvoorstelling van dit interval te krijgen. Bepaal om welk interval het gaat.
Antwoord: grote terts.
Akkoorden
Hoofdstuk 3.9 Grote en kleinetertsdrieklanken
3.9 Grote en kleinetertsdrieklanken
Oefenen
Het doel van deze oefening is om het verschil te leren horen tussen de grote en kleinetertsdrieklank.
Oefenen: het op gehoor kunnen onderscheiden van grote en kleinetertsdrieklanken.
Gehoortraining oefening 3n: grote en kleinetertsdrieklanken
Luister hoe de grote en kleinetertsdrieklank klinkt.
De drieklank Do Mi Sol
heet een grotetertsdrieklank
De drieklank Do Mib Sol
heet een kleinetertsdrieklank
Voorbeeld vraag
Vraag
Welke drieklank wordt hier gespeeld?
Keuze 1: grotetertsdrieklank
Keuze 2: kleinetertsdrieklank
Uitwerking
Zing de gespeelde drieklank na om een klankvoorstelling van de drieklank te krijgen. Bepaal om welke drieklank het gaat.
Antwoord: grotetertsdrieklank.
Hoofdstuk 3.10 Trappen herkennen
3.10 Trappen herkennen
Oefenen
De oefening trappen herkennen is een voorbereidende oefening voor de oefening trappen noteren (zie hoofdstuk 3.11).
Het doel van deze oefening is om de verschillen te leren horen tussen de trappen I, IV, V en V7, tussen tonica, subdominant, dominant en dominant septiem in majeur en mineur. Bijvoorbeeld het verschil tussen:
- IV en V
- V en V7
- I en IV
Er worden steeds vier trappen gespeeld.
Oefenen: de gespeelde akkoorden zijn de trappen I, IV, V of V7 en zijn twee keer genoteerd. Kies de juiste trappen.
Gehoortraining oefening 3o: akkoorden: trappen herkennen
Luister naar een aantal voorbeelden:
Zo klinkt I-IV-I-V in majeur:
Zo klinkt I-IV-V-I in majeur:
Zo klinkt I-IV-V-I in mineur:
Zo klinkt IV-I-V7-I in mineur:
Voorbeeld vraag
Vraag
De volgende trappen worden gespeeld:
Kies welke trappen worden gespeeld:
Keuze 1: IV - I - V - I
Keuze 2: IV - I - V7 - I
Uitwerking
Het verschil tussen de eerste en tweede trappenvolgorde is de volgorde dominant - tonica (V - I) of dominant septiem - tonica (V7 - I):
- Bij de eerste trappenvolgorde wordt gespeeld: subdominant - tonica - dominant - tonica (IV - I - V - I).
- Bij de tweede trappenvolgorde wordt gespeeld: subdominant - tonica - dominant septiem - tonica (IV - I - V7 - I).
Speel de trappenvolgorde af en luister of het derde en vierde akkoord klinkt als dominant - tonica (keuze 1) of als dominant septiem - tonica (keuze 2). Merk op dat de trappen gespeeld worden in een kleinetertstoonladder.
Antwoord: keuze 2.
Hoofdstuk 3.11 Trappen noteren
3.11 Trappen noteren
Oefenen
De oefening trappen noteren is een vervolg oefening van de oefening trappen herkennen (zie hoofdstuk 3.10).
Het doel van deze oefening is om de trappen I, IV, V en V7, oftewel tonica, subdominant, dominant en dominant septiem in majeur en mineur op gehoor te kunnen noteren.
Er worden steeds vier trappen gespeeld, de eerste is gegeven. De onbekende trappen die ingevuld moeten worden, zijn aangegeven met een vraagteken (?). Vul de ontbrekende trappen in met Romeinse cijfers.
Oefenen: de gespeelde akkoorden zijn de trappen I, IV, V of V7. Noteer de juiste trappen.
Voorbeeld vraag
Vraag
De volgende trappen worden gespeeld: I - ? - ? - ?
Vul de ontbrekende trappen in (gebruik Romeinse cijfers).
Uitwerking
Het eerste akkoord is gegeven en is een tonica. Luister bij het afspelen naar:
- akkoorden die hetzelfde zijn.
- de functie van akkoorden; wordt er een tonica, subdominant, dominant of dominant septiem gespeeld.
- de dominant - tonica (V - I) volgorde.
- het verschil tussen V en V7.
Speel het geluidsfragment af en merk op dat:
- het vierde akkoord hetzelfde klinkt als het eerste akkoord (tonica). Het vierde akkoord is een eerste trap (I).
- het derde en vierde akkoord klinkt als dominant - tonica (V - I).
- het tweede akkoord klinkt als subdominant (IV).
Antwoord: IV - V - I.